Grasaren kunnen heel vervelend zijn voor honden en hun baasjes. Met wat tips kunt u een hoop ellende voorkomen. Lees in dit artikel wat wij doen tegen grasaren en wat u kunt doen.

Wat zijn grasaren? 

Grasaren zijn de bloeiwijze van bepaalde grassoorten. Het zijn harde pluimen aan het einde van een grashalm. Deze pluimen bestaan uit zaden die aan elkaar vastzitten. De aren zijn meestal groen, maar na verloop van tijd drogen ze uit, verkleuren ze geel en vallen ze uiteen in losse zaden.  De aren hebben weerhaakjes, hiermee blijven ze makkelijk kleven aan kleding of aan de vacht van huisdieren. Door die haakjes ‘kruipen’ ze steeds dieper de vacht in en kunnen ze zelfs door de huid dringen. Daarom worden ze ook wel kruipers genoemd. Grasaren die zich vastzetten in de vacht of huid van een huisdier kunnen veel last geven en gevaarlijk zijn. De meeste problemen zien dierenartsen bij honden. 

Waar groeien grasaren? 

Grasaren groeien graag op wat drogere, zandige maar voedselrijke plekken. U vindt ze dan ook vaak tegen de rand van muren die op de zon gericht staan en waar nogal eens wat honden poepen. Of in stoepranden, op speelveldjes, parkeerplaatsen, maar ook op dijkhellingen en in bermen waar vaak mensen lopen en honden worden uitgelaten. 

Hoe merkt u dat uw hond last heeft van een grasaar? 

  • Neus: de hond niest veel of wrijft met de poot vaak over de neus. 
  • Oog: tranende ogen of wrijven in de ogen. 
  • Oor: de hond schudt veel met de kop of houdt het hoofd scheef of jankt bij het krabben. 
  • Huid: als een grasaar tussen de tenen zit, loopt de hond vaak mank of likt veel tussen de tenen. 
  • Keel: veel hoesten. 

Bij bovenstaande symptomen is het raadzaam om naar een dierenarts te gaan.  
De grasaar is niet altijd te zien en zelfs als hij te zien is kan het moeilijk zijn om hem te verwijderen. 

Wat doen wij om overlast te voorkomen? 

Waar mogelijk houden we in ons maaibeleid rekening met honden en hun baasjes. We streven ernaar dat honden niet in het hoge gras hoeven te komen om hun behoefte te doen.  

  • Voldoende kort gras om hond uit te laten 
    Waar het kan, laten we het gras zoveel mogelijk lang groeien. Dit is belangrijk voor de biodiversiteit. Maar op andere plekken houden we het gras juist kort. Dit geldt voor hondenpoepveldjes en andere losloopplekken waar honden binnen de bebouwde kom los mogen lopen. Sommige hondenpoepveldjes worden wel 25 keer per jaar gemaaid, de losloopvelden 4x per jaar in mei-oktober. Ook zijn we in contact met hondeneigenaren om te kijken op welke looproutes we kunnen zorgen voor kortgemaaide grasstroken. Naast die kortgemaaide stroken is het gras wel lang, het is aan de hondeneigenaar om erop te letten dat de hond niet het lange gras in gaat. 
  • Soms groeit het te hard
    We streven ernaar dat honden niet in het hoge gras hoeven te komen om hun behoefte te doen. Toch kan het gebeuren dat het gras een keer wat hoger staat dan we zouden willen. Bijvoorbeeld als het gras heel hard groeit. Dat gebeurde dit voorjaar toen het eerst heel nat was en daarna warm werd. Overal staat het gras dan hoog en de maaier kan niet overal tegelijk zijn.
  • Werken aan voedselarme grond voor minder gras en meer bloemen
    Op plekken waar we het gras lang laten groeien wordt een of twee keer per jaar gemaaid. Het maaisel voeren we af, daardoor komen er minder voedingstoffen in de grond. Zo wordt die grond steeds minder geschikt voor de grasaren en zullen er minder grasaren groeien. Dit proces heeft een aantal jaar nodig maar langzaam verwachten we steeds meer bloemen en minder grassen.

Wat kunt u als hondenbezitter zelf doen? 

Als hondenbezitter bent u zelf verantwoordelijk voor uw hond. Met onderstaande tips helpen we u op weg om uw hond te beschermen tegen grasaren. 

  • Controleer na iedere wandeling uw hond
    Onderzoek de vacht grondig op grasaren. Kijk extra goed naar de oren, ogen, neus, poten en vacht tussen de tenen. Aren die net in de vacht zitten zijn vaak nog vrij gemakkelijk (met pincet) te verwijderen.  
  • Laat uw hond niet door lang gras rennen
    Houd hem aan de lijn en laat hem alleen los in losloopgebieden. Losloopgebieden en hondenpoepveldjes worden vaker gemaaid, hier is dus minder kans op grasaren.  
  • Heeft de hond last van symptomen, maar vindt u zelf niks? Ga dan met uw hond naar de dierenarts. 
  • Grasaren houden van poep, dus ruim hondendrollen op! 
    Grasaren groeien graag op voedselrijke grond en de drollen zorgen dus voor ideale groeiplekken. Door de drollen van uw hond op te ruimen helpt u ons mee de grasaren tegen te gaan. Het is overigens verplicht om drollen binnen de bebouwde kom op te ruimen.  Alleen op de speciale hondenpoepveldjes mogen de drollen blijven liggen. 
  • Beschermende kleding
    Als uw hond erg gevoelig is voor grasaren, overweeg dan het gebruik van beschermende kleding, zoals een hondenjasje of -broek, om blootstelling aan grasaren te verminderen. 

Wist u dat honden binnen de bebouwde kom alleen los mogen lopen op hondenpoepveldjes en speciale losloopgebieden? Op alle andere plekken bent u verplicht uw hond aan te lijnen. Op www.heumen.nl/honduitlaten leest u alle regels en u vindt er een handig kaartje met de hondenpoepveldjes in onze gemeente.